4 methoden voor het bewaren van Afrikaans voedsel

Al honderden jaren wordt voedsel op het Afrikaanse continent bewaard zonder het voordeel van koeling. Hoe? Dit artikel beschrijft vier methoden voor het bewaren van voedsel die veel voorkomen in Afrika.

1. Drogen in de zon

Voor veel Afrikanen is de zon een belangrijke factor bij het bewaren van voedsel. Kort na de oogst worden granen zoals gierst, maïs, sorghum, groene gram en tarwe, evenals peulvruchten zoals bonen en erwten in de zon uitgespreid om te drogen. Als ze volledig gedroogd zijn van vocht, kunnen deze voedingsmiddelen heel lang – soms jaren – meegaan als ze op een koele, droge plaats en beschermd tegen ongedierte worden bewaard.

De meeste huishoudens hadden ver boven de grond een graanschuur gebouwd, waar levensmiddelen werden opgeslagen. Naast drogen was het ook gebruikelijk om houtas aan te brengen op peulvruchten zoals bonen en erwten om insectenplagen te ontmoedigen. De as kan gemakkelijk worden uitgewassen voordat de peulvruchten worden gekookt.

Ook diverse soorten groenten, knollen en vis kunnen op deze manier succesvol geconserveerd worden. Knollen zoals cassave of zoete aardappel moeten mogelijk in dunne stukjes worden gesneden om het drogen te vergemakkelijken.

2. Roken

Roken is een andere belangrijke methode om voedsel te bewaren. Vroeger, na de jacht, rookten jagers grote hoeveelheden van het vlees om het gemakkelijker naar huis te kunnen vervoeren en ook om het te bewaren. Het was gebruikelijk om vlees van wild te roken, terwijl huisdieren na het slachten vaak vers werden geconsumeerd.

Het roken van vis is nog steeds een zeer belangrijke methode voor het conserveren van vis, die over het hele continent wordt gebruikt.

3. Zouten

Zout werd vaak toegepast op voedingsmiddelen om ze te conserveren, in combinatie met drogen in de zon en roken. Veel vissers zouten vis royaal voordat ze hem in de zon drogen of roken, om de kans dat hij niet bederft verder te vergroten. Tijdens het drogen in de zon werd ook op bepaalde groenten gezouten.

4. Vet gebruiken

Een paar gemeenschappen gebruikten vet om voedsel te bewaren. Dit waren voornamelijk gemeenschappen die dieren hoeden, zoals nomadische gemeenschappen. Zo werd bij de Somaliërs, wanneer een kameel werd geslacht, een deel van het vlees gekookt in royale hoeveelheden vet en zout. Het werd vervolgens opgeslagen voor toekomstig gebruik. Het vlees bleef geschikt voor menselijke consumptie vanwege de grote hoeveelheden vet waarin het werd gekookt en bewaard, en het zout.

Veel delen van Afrika beschikken nog steeds niet over de noodzakelijke elektrische infrastructuur die nodig is voor duurzame koeling. Traditionele methoden voor het bewaren van voedsel blijven een cruciale rol spelen bij het eetbaar houden van voedsel voor miljoenen mensen.

Deze methoden, zoals drogen in de zon, roken, zouten en het gebruik van vet, hebben niet alleen de tand des tijds doorstaan ​​- ze zijn ook goedkoop en duurzaam zonder al te veel energie.


Bron: Lamaro Schoenleber, Ph.d